
De vuistregels van spouwankers
Spouwankers verbinden het metselwerk buitenblad van een gevel stevig met het binnenblad, waardoor het metselwerk stabiel blijft en de windbelasting overgedragen kan worden naar de hoofddraagconstructie. Er mag dan ook niet te licht over het feit heen gegaan worden dat spouwankers correct aangebracht moeten worden.
Het is volgens de Eurocode verplicht om project-specifieke spouwankerberekeningen te maken. Ook zitten er voorwaarden aan diameters van spouwankers en type spouwankers die toegepast mogen worden voor specifieke situaties. Laat dit door een leverancier of specialist uitwerken voor ieder project waar metselwerk gevels in toegepast worden.
Plaats spouwankers altijd verspringend en minimaal in 2 rijen per penant en borstwering, zoals aangegeven in verwerkingsvoor chriften en spouwankerberekeningen. Dit voorkomt schade en zorgt voor optimale stabiliteit. Spouwankers moeten recht geplaatst worden; afwaterend is niet nodig.
Plaats het juiste aantal spouwankers volgens de voorschriften en berekeningen en zorg dat de eerste rij ankers volgens de richtlijnen voor geveldragers en lateien wordt aangebracht. Spouwankers die door slabben gaan, moeten licht afwaterend naar buiten geplaatst worden, het gat kan afgekit worden en de spouwankers kunnen voorzien worden van druppelvangers.
Belangrijke aandachtspunten bij openingen en dilataties:
- De eerste rij spouwankers naast dilataties en openingen mag maximaal 200 mm van de rand verwijderd zijn.
- Binnen 200 mm vanaf de bovenzijde van het metselwerkvlak hoort ook de eerste rij spouwankers te zitten.
- Boven lateien en geveldragers moet de eerste rij spouwankers zo dicht mogelijk boven het hoeklijn aangebracht worden maar nooit hoger dan 500mm.
Voor het correct aanbrengen van spouwankers is een minimale spouwmaat van 40 mm vereist; is de spouw smaller, dan neemt de kans op vochtproblemen en scheurvorming toe.






