Dilateren van betonstenen gevelmetselwerk
Dilateren van betonstenen gevelmetselwerk
Als vervolg op onze publicatie ‘Dilateren van bakstenen gevelmetselwerk’ in de Aannemer van mei 2017, kregen wij ook signalen uit de markt dat er behoefte was aan meer duidelijkheid over het dilateren van betonstenen gevelmetselwerk. Destijds begonnen wij met de volgende woorden: ‘Voor bakstenen gevelmetselwerk maakt normaal gesproken de baksteenfabrikant een dilatatieadvies. Het is belangrijk dat de constructeur van het project en óók de aannemer dit advies controleren. In dit artikel alles over dilateren op een rij.’ Voor betonstenen gevelmetselwerk kan tegenwoordig ook een dilatatieadvies opgevraagd worden bij de fabrikant, maar er gelden wel andere voorwaarden dan voor een bakstenen gevel. Voldoende reden om de wet- en regelgeving en aandachtspunten uit de beschikbare richtlijnen eens goed op een rijtje te zetten.
Ook de dilatatieadviezen voor betonsteen gevels moeten gebaseerd zijn op de NEN-EN 1996-2 (Eurocode) met bijbehorende nationale bijlage en daarnaast kan in Nederland de CUR-aanbeveling 71 en CUR-aanbeveling 82 gebruikt worden. Voor de basisuitgangspunten adviseren wij onze publicatie van mei 2017 nogmaals te lezen, wij zullen in dit artikel aanvullende aandachtspunten en/of afwijkende uitgangspunten en wet- en regelgeving uiteenzetten die specifiek bedoeld is voor het dilateren van kalkzandsteen en betonstenen gevel metsel- en lijmwerk.
Betonstenen gevelmetselwerk
Binnen het assortiment van betonstenen zitten specifieke stenen die geschikt zijn voor gevelmetselwerk. De laatste jaren zijn ook vooral de lange betongevelstenen een trend. Maar daarnaast worden ook nog steeds de meer standaard formaten betonstenen in de gevel verwerkt als zichtwerk en dus niet enkel als onderconstructie voor nog nader af te werken gevels. Als betonstenen gevelmetselwerk afgewerkt wordt met bijvoorbeeld natuursteen dat erop verlijmd wordt, dan dient een dergelijke combinatie niet alleen goed op elkaar afgestemd te zijn, maar daarnaast heeft dat ook gevolgen voor het dilatatieadvies. Wanneer de gevel bestaat uit een combinatie van verschillende producten, is het bijvoorbeeld niet aan te raden om koude dilataties toe te passen en moeten open dilataties toegepast worden van minimaal 5mm of gevulde dilataties van minimaal 10mm.
Aandachtspunten dilataties in gevels van betonsteen
Voor betonstenen gevels mag, in tegenstelling tot gevels gemaakt van bakstenen, ook een koude dilatatievoeg toegepast worden. Oftewel, de betonstenen mogen koud tegen elkaar geplaatst worden in de gevel. Deze koude dilatatievoeg mag aangezien betonstenen gevelmetselwerk enkel nog krimpt na gemetseld of gelijmd te zijn. Dit in tegenstelling tot bakstenen gevelmetselwerk dat vanaf het moment van verwerken ook nog kan uitzetten onder invloed van temperatuur- en vochtschommelingen.
Bij het dilateren van betonstenen gevelmetselwerk dienen vanzelfsprekend de dilatatieafstanden in de Eurocode en de Nationale Bijlage aangehouden te worden. Als details en onderdelen in het gevelmetselwerk niet goed uitgevoerd worden, kan het gevelmetselwerk echter nog steeds gaan scheuren of kan er schade ontstaan ter plaatse van de details. Ten aanzien van dilatatieafstanden staat er in de Eurocode het volgende:
- De horizontale afstand tussen verticale dilatatievoegen in muren van metselwerk behoort rekening te houden met het type muur, het soort metselstenen, de mortel en specifieke bouwdetails.
- De horizontale afstand tussen verticale dilatatievoegen in niet-dragende ongewapende buitenmuren van metselwerk behoort niet groter te zijn dan lm. De waarde die voor lm in Nederland behoort te zijn gebruikt, kan worden gevonden in de nationale bijlage.
Overeenkomstig de voorwaarden die gesteld worden aan binnenwanden, mogen in gevelmetselwerk ook geen koude dilatatievoegen toegepast worden wanneer de wanden op een ondergrond staan die doorbuigt. Dus wanneer een betonstenen gevel op een geveldrager staat die aan een vloer hangt die doorbuigt, dan mogen er geen koude dilatatievoegen toegepast worden, maar moeten de dilataties minimaal 5mm open zijn of een met rugvulling en kit gevulde dilatatie van minimaal 10mm. Deze bredere dilataties dienen ten alle tijden volledig vrij te zijn van mortelbaarden en mortelresten. De dilataties moeten over de volle diepte open zijn en kunnen aan de voorzijde afgewerkt worden met een met kit en rugvulling of met een rotbestendig compressieband. De maximale bijkomende doorbuiging van de onderdelen waar de gevels op geplaatst worden mag niet meer bedragen dan uiteengezet in onze publicatie van mei 2017 en staat toegelicht in de eerder genoemde CUR-aanbeveling 71 .
In CUR-aanbeveling 71 wordt in artikel 7.3: ‘Dilatatievoegen in het buitenblad’ specifiek voor betonsteen de volgende eis gesteld voor de maximale bijkomende doorbuiging van constructies waar het betonstenen metsel-/lijmwerk op aangebracht wordt: ubijk ≤ 1/1000 lrep.
Het is van belang om met deze eis goed rekening te houden, te meer daar lateien, geveldragers en betonnen vloerconstructies op basis van hun certificering meer mogen doorbuigen. Voor betonnen vloerconstructies geldt bijvoorbeeld een maximum van 1/500 lrep en voor lateien 1/500 lrep, met een absoluut maximum van 5mm. Dat is aanzienlijk meer toelaatbare doorbuiging dan het betonstenen metselwerk kan hebben, hetgeen uiteindelijk dus kan resulteren in scheurvorming ook al is er volgens de regels gedilateerd. Mocht er aan de doorbuiging van de constructies niets gedaan kunnen worden dan resteert alleen nog maar het toepassen van extra dilatatievoegen.
Maximale dilatatieafstanden
Evenals voor bakstenen gevelmetselwerk ligger er waarden vast voor de maximale afstand tussen dilataties in de gevel wanneer deze uitgevoerd worden in betonsteen. Deze maximale afstanden wijken wel af van de waarden voor bakstenen gevelmetselwerk. Ze worden ook iets anders bepaald en zijn gerelateerd aan de hoogte van de wand. Daarnaast gelden er nog andere voorwaarden en uitzonderingen.
In de nationale bijlage van de NEN-EN 1996-2 staat het volgende voor betonstenen metselwerk: ‘De aanbevolen maximale waarden van lm voor betonsteen metselwerk met metselwerkhoogte h zijn vermeld in tabel NB-3.
Dilatatievoegen ter plaatse van gebouwhoeken mogen op maximaal driemaal de koppenmaat vanaf de hoek zijn geplaatst, waarbij het gedeelte van het metselwerk om de hoek niet verankerd mag zijn.
Voor lijmwerk moeten ongeveer 10% kleinere waarden voor lm zijn aangehouden.’
In bijlage A ‘Vuistregels voor dilatatie-afstanden’ van de CUR-aanbeveling 82 is dezelfde tabel voor betonstenen ook te vinden. Onder A4 ‘Vuistregels voor dilatatie-afstanden in wanden en gevels van betonsteen metselwerk’ staan dezelfde uitgangspunten als terug te vinden in tabel NB-3 van NEN-EN 1996-2 met betrekking tot de maximale waarden van de ongedilateerde wandlengte lm in gevels van betonsteen.
Ook voor betonstenen gevelmetselwerk geldt dat glijankers enkel toegepast mogen worden wanneer specifiek opgegeven door de constructeur van het werk en met als functie het overbrengen van voornamelijk dwarskrachten in het gevelmetselwerk. Alleen wanneer deze dwarskrachten niet op een andere manier opgenomen kunnen worden, is het toepassen van glijankers een mogelijke oplossing. Wanneer er spouwankers aangebracht worden tussen het binnen en buitenblad van een spouwmuur is het bijvoorbeeld niet benodigd om glijankers toe te passen in dilataties.
Uitzonderingen en metselwerkwapening
In verwerkingsvoorschriften van betonsteen producenten wordt over het algemeen een dilatatie geadviseerd ter plaatse van iedere opening en in het geval van een grote openingen aan beide kanten van de opening een dilatatie. Deze dilataties worden over het algemeen gecombineerd met de vereiste dilataties in het kader van de maximale dilatatieafstanden. Vaak willen architecten dan nog graag minder dilataties in de gevel. In het geval van een lijmwerk gevel is het niet gemakkelijk om deze dilataties rond de openingen niet toe te passen, omdat er voor lijmwerk geen constructieve metselwerkwapening beschikbaar is die voldoet aan NEN-EN 845-3 ‘Lintvoegwapening van staal’. In het geval van een metselwerk gevel is het gebruik van metselwerkwapening wel een optie voor het verminderen van het aantal dilataties in de gevel. In dat geval kan er gebruik gemaakt worden van metselwerkwapening waarvoor een DoP (Declaration of Performance) is afgegeven op basis van de NEN-EN 845-3. In CUR-aanbeveling 82 staat hierover voor betonstenen metselwerk het volgende over vermeld: ‘Indien bij dagkanten van openingen niet wordt gedilateerd, moet in de eerste lintvoeg onder en boven de openingen wapening worden aangebracht. De verankeringslengte aan weerszijde van de dagkant is ≥600mm. De maximale wandlengte blijft van toepassing.’
In bijlage A van CUR-aanbeveling 82 wordt de mogelijkheid van het verlengen van de maximale dilatatieafstanden door het gebruik van metselwerkwapening aangegeven. In deze aanbeveling staat het volgende vermeld: ‘De maximale dilatatie-afstanden Lr in wanden zonder openingen van metselwerk van betonsteen met een steen- of blokhoogte van maximaal 250 mm, kunnen bij uitvoering als zogenaamd ‘volledig gewapend’ metselwerk, met 50 % worden verhoogd. In volledig gewapend metselwerk moet lintvoegwapening voor betonsteen om de maximaal 400 mm worden toegepast.’ In NEN_EN 1996-1-1 zijn voor het toepassen van dit soort praktische metselwerkwapening eisen vastgelegd, zoals bijvoorbeeld een minimum wapeningspercentage van 0,003% van de bruto oppervlakte van de doorsnede van de wand als deze wapening is aangebracht om scheurvorming te beperken en 0,005% als deze wapening is aangebracht om de sterkte in het vlak van de wand te verbeteren.
Kalkzandstenen gevelmetselwerk
Kalkzandsteen is een minder vaak gebruikt materiaal in de buitengevel, maar af en toe worden kalkzandstenen toch nog toegepast in gevelmetselwerk. Ook worden kalkzandstenen gevelstenen regelmatig verwisseld met hun evenknie in betonsteen, maar het betreft toch echt een ander materiaal en bezit een ander materiaalgedrag. De in Nederland geproduceerde kalkzandsteen metselstenen zijn bedoeld als binnenmuurstenen. De kalkzandstenen die tot de jaren negentig werden toegepast in de gevels, worden in Nederland niet meer geproduceerd. De metselstenen die in een gevel worden toegepast dienen wel voor deze toepassing geschikt te zijn, waarbij ze onder ander moeten voldoen aan de eisen die daar vanuit de vorst-dooi-bestandheid aan gesteld worden. Als deze kalkzandsteen gevelstenen toch benodigd zijn, bijvoorbeeld in het geval van een uitbreiding aan een bestaande kalkzandstenen gevel, dan kunnen deze met de juiste kwaliteit nog wel geïmporteerd worden uit Duitsland.
Maximale dilatatieafstanden kalkzandstenen gevelmetselwerk
In de nationale bijlage van de NEN-EN 1996-2 staat het volgende m.b.t. kalkzandstenen metselwerk: ‘De aanbevolen maximale waarde van lm voor kalkzandsteen metselwerk is 9m. Daarnaast moeten dilatatievoegen worden aangebracht bij sparingen en nabij hoeken van het metselwerk.’
In bijlage A ‘Vuistregels voor dilatatie-afstanden’ van CUR-aanbeveling 82 zijn de dilatatie-afstanden vermeld die door de diverse producenten worden gehanteerd. Onder A3: ‘Vuistregels voor dilatatie-afstanden in wanden en gevels van kalkzandsteen metselwerk’ wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende belemmeringen aan randen van de betreffende wand. In de gevel geldt dat de bovenzijde en zijkanten altijd onbelemmerd uitgevoerd dienen te worden. Er kan enkel verschil gemaakt worden in gefundeerde of niet-gefundeerde wanden. Wanneer de gevel op de fundering staat is het een gefundeerde wand, wanneer de gevel op een geveldrager of vloer staat die door kan buigen dan is het een niet-gefundeerde wand. De maximale on-gedilateerde wandlengte in niet-dragende ongefundeerde wanden is terug te vinden in tabel A5: ‘wanden ≤200mm dik geldt 1,6 x h’.
De maximale on-gedilateerde wandlengte in niet-dragende gefundeerde wanden staat vermeld in tabel A6: ‘wanden ≤200mm dik geldt 3,2 x h’. De overige opties van tabel A6 zijn verder niet opgenomen in dit artikel, aangezien de zijkanten van deze wanden niet belemmerd mogen worden. In deze tabellen is verder de dikte van de wand een belangrijke factor en de hoogte van de wand mag niet hoger zijn dan 3m. De restrictie die in de Eurocode genoemd wordt van maximaal 9m voor de wandlengte, blijft altijd de bovengrens.
Voor de gepubliceerde versie van het artikel in De Aannemer mei 2022 klik hier!