Gekleurde vervuiling van gevelmetselwerk
Behalve witte uitslag komen op gevelmetselwerk ook grijze, groene, zwarte en bruine vervuilingen voor. Ze ontstaan vaak als gevolg van verkeerde keuzes in de uitvoering of detailleringen. Ze zijn dus ook te voorkomen.
In Aannemer van oktober 2022 hebben wij uitleg gegeven over vroege witte uitslag op gevelmetselwerk en aangegeven hoe deze voorkomen kan worden. Een deel van deze tips en adviezen helpt ook om allerlei andere vormen van vervuiling van gevelmetselwerk te voorkomen. Maar er zijn ook andere vormen en oorzaken van vervuiling, met name als gevolg van verkeerde keuzes tijdens de uitvoering of detailleringen. We zetten ze hieronder op een rij en geven tips hoe ze te voorkomen zijn. Het door de mens aanbrengen van vervuilingen, zoals bijvoorbeeld graffiti, laten wij daarbij buiten beschouwing.
Vormen van vervuiling
Naast de witte uitslag op gevelmetselwerk is organische vervuiling ook een veel voorkomende fenomeen, waarbij dit over het algemeen mos- en alggroei betreft. Maar ook het smetten tijdens het metselen en het achterblijven van mortelresten op de bakstenen komt veel voor. In de BRL 2826-08 ‘Reinigen van gevels van steenachtige materialen’ wordt in hoofdstuk 3 een opsomming gegeven van de meest voorkomende vervuilingen die er zijn. Naast de in deze beoordelingsrichtlijn genoemde grijze afzettingen, in de meeste gevallen cementsmet, worden ook groene, zwarte en bruine afzettingen genoemd. Deze drie vormen van vervuiling hebben vaak een organische oorzaak. De zwarte vervuilingen kunnen als zwarte stof op het gevelmetselwerk afgezet zijn, maar vaak betreft het afgestorven algen of ander organisch materiaal. Ook kan het zijn dat een gipskorst een zwarte kleur heeft gekregen door insluiting van zwarte roetdeeltjes. Groene afzettingen zijn over het algemeen ook organisch van aard en betreffen meestal algen. Het kan soms voorkomen dat er groene afzettingen op het gevelmetselwerk aanwezig zijn die anorganisch van aard zijn. Het betreft dan vormen van metaaloxides, zoals vanadium, chroom of koper. Deze vormen van groene afzetting komen echter niet zoveel voor.
In het geval van bruine afzettingen gaat het heel vaak om opgespat vuil, maar het kan ook om organische of anorganische afzettingen gaan. Opgespat vuil is al gemakkelijk te reinigen met lichte drukreiniging met water en in een enkel geval met wat hogere druk. Bruine afzettingen kunnen ook algen, schimmels of ander organisch materiaal zijn. Een regelmatig voorkomende bruine afzetting betreft ijzerroest en heel soms ook vanadium.
Verwerkingsvoorschriften
Het voorkomen van de grijze afzettingen op gevelmetselwerk begint al bij de juiste keuze van de metselmortel bij de te verwerken metselstenen. Als de metselstenen optimaal te metselen zijn met de gekozen metselmortel is de kans op smetten klein. Daar komt echter nog bij dat het metselen wel gebeurt onder de juiste omstandigheden. Zowel de producenten van de metselmortels als van de metselstenen vermelden dit uitdrukkelijk in hun verwerkingsvoorschriften, maar het blijkt in de praktijk toch vaak lastig om deze goed te volgen. Ook in de Eurocode wordt op het belang van een juiste verwerking van de metselproducten gewezen in diverse artikelen. In NEN-EN 1996-2 ‘Ontwerp, materiaalkeuze en uitvoering van constructies van metselwerk’ staan in paragraaf 3.5 ‘Uitvoering van metselwerk’ diverse voorschriften en eisen. Het opvolgen van de aanbevelingen van de fabrikant van de stenen en de metselmortel is er één van. Maar ook nabehandeling en beschermende maatregelen tijdens het werk zijn opgenomen, waarbij bijvoorbeeld in het algemeen staat vermeld dat ‘Tijdens de hydratatie van de mortel behoort pas vervaardigd metselwerk op de geschikte wijze te zijn beschermd tegen snelle uitdroging of opname van vocht’. Om cementsmet te voorkomen is het vooral van belang om de juiste materiaalkeuzes te maken en onder de juiste omstandigheden het hydratatieproces van de mortel te laten plaatsvinden.
Uitvoering en metselen
Naast de juiste keuze van de metselmortel is de verwerking ervan ook van groot belang. Het tegenwoordig doorstrijken van het merendeel van het gevelmetselwerk dat gerealiseerd wordt, betekent ook dat de kans op smetten en mortelresten groter is dan in het geval van traditioneel metselen en voegen. Een deel van de grijze afzettingen is zodoende vaak het gevolg van het niet vakkundig of onder ongunstige of slechte omstandigheden metselen. Ook het tijdens de uitvoering laten liggen van steigerdelen tegen het gerealiseerde gevelmetselwerk kan ertoe leiden dat niet alleen vuil, maar ook mortelresten tegen het metselwerk opspatten. Ook het niet verwijderen van metselprofielen aan het einde van de dag in het geval van doorstrijken, kan resulteren in cementsmet en mortelresten.
Detailleringen
De zwarte, groene en bruine afzettingen op gevelmetselwerk betreffen heel vaak organische afzettingen. Als de afzettingen inderdaad organisch van aard zijn dan is er bijna altijd een relatie met een overmatige blootstelling aan water, in combinatie met de aanwezigheid van veel fijne poriën in de bakstenen en/of de metselmortel. Een overmatige blootstelling aan water van het gevelmetselwerk is bijna altijd het gevolg van foutieve of gebrekkige detaillering. Niet alleen in de NEN-EN 1996-2 wordt er om die reden in bijlag A.2 ‘Blootstelling aan water’ aandacht besteed aan de mate van blootstelling. In het geval van het voorkomen van organische afzettingen op gevelmetselwerk is het van belang om het gevelmetselwerk goed te beschermen en zeker niet zwaar te belasten met water. In de infobladen van de vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek (KNB) tref je zodoende voorbeelden aan van detailleringen die het gevelmetselwerk goed beschermen. Dit betekent over het algemeen dat waterslagen en muurafdekkingen een overstek moeten hebben van minimaal 30 mm. Daarnaast kan het ook zijn dat overmatige waterbelasting het resultaat is van verkeerde afwatering op gevels, kapotte of dichtzittende hemelwaterafvoeren aan gevels.
Een ander bekend detail in de gevels is de plint van gemetselde gevels. Vroeger werden op deze posities normaal gesproken trasraam klinkers toegepast, maar tegenwoordig is het gebruikelijk om de gevelsteen door te zetten tot onder het maaiveld. Niet alleen is er dan een verhoogde kans op optrekkend vocht, maar daarnaast zal er vaak ook veel water tegen de plint opspatten. Met alleen het aanbrengen van een waterkerende laag in het gevelmetselwerk ter hoogte van het maaiveld, is nog niet in alle situaties het probleem van het langdurig natter blijven van dit deel van de gevel voorkomen.
Foutieve behandelingen
De oorzaak van het groen worden van gevelmetselwerk kan soms ook het resultaat zijn van een verkeerde behandeling van het gevelmetselwerk, die meestal het gevolg is van het reinigen ervan. Het bekendste voorbeeld uit het verleden is het behandelen van gevelmetselwerk met suikerwater. Dit werd vaak gedaan om bij oplevering van het gevelmetselwerk de aanwezige witte uitslag weg te werken. Het resultaat van een dergelijke reinigingsmethode was echter dat er gunstige groeiomstandigheden ontstonden voor schimmels. Er konden zich door deze behandeling zwarte schimmels ontwikkelen, die het metselwerk een zwarte kleur gaven. Behandeling van metselwerk met suikerwater wordt zodoende vanzelfsprekend ten zeerste ontraden.
Een andere reinigingsmethode die nooit toegepast moet worden is het reinigen met fosfor- of zoutzuur. Het risico op groene afzettingen is namelijk veel te groot en veel te veel afhankelijk van het goed verdund opbrengen en naspoelen. De kans dat er aan het oppervlak van het metselwerk fosfaat ontstaat dat de alggroei sterk bevordert, is namelijk bijzonder groot. Om deze reden adviseren de brancheverenigingen van de metselstenen en mortels om een minder agressief zuur te gebruiken voor het reinigen van gevelmetselwerk, te weten een verdund sulfaminezuur. Producent op basis van dit zuur zijn breed in de markt verkrijgbaar.
Advies
Wij kunnen in het kader van de vervuiling van gevelmetselwerk niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om de verwerkingsvoorschriften van de producenten nauwgezet op te volgen. Daarnaast adviseren wij ook om kennis te nemen van de uitvoeringsrichtlijnen voor metselwerk, zoals bijvoorbeeld de BRL 2826-01 ‘Het realiseren van metselwerkconstructies met baksteen, bouwblokken en -stenen van beton, cellenbeton en kalkzandsteen’. Ook de infobladen van bijvoorbeeld de vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek (KNB) bevatten veel bruikbare tips en informatie om gevelmetselwerk te kunnen realiseren zonder de in dit artikel genoemde vervuilingen van de gevel tijdens de bouw of na oplevering. Maak een keuze voor goede producten, stem deze goed op elkaar af, verwerkt ze correct en pas goede details toe.
Voor de geprinte versie van het artikel in Aannemer 08 van december 2022, klik hier